Het is een feestdag in Oostenrijk en het is mooi weer. Wanneer ik bij de tolpoort van de Großglockner Hochalpenstraße kom, ben ik duidelijk niet de enige die bedacht heeft dat een mooie motorrit echt iets is om op een vrije dag te doen.
Ik ben onderweg naar de Kölnbreinspeicher en heb besloten via de Großglockner Hochalpenstraße de Hohe Tauern naar Kärnten over te steken. Terwijl ongeduldige (voornamelijk) Duitse motorrijders op de meest idiote en onoverzichtelijke plaatsen voorbij komen stuiven, rijd ik ontspannen naar Fuschertörl omhoog. Dat niemand zich in één van de vele bochten verremt, mag wel een wonder heten.
Op het terras van Füschertörl geniet ik van het uitzicht en de lunch, waarna ik snel nog even op de Franz Josef Höhe ga kijken of de Pasterzenrunde (wandeling) al sneeuwvrij is. Op het plateau tegenover de Großglockner is het behoorlijk druk en ik stap dan ook gauw weer op de motor om naar Heiligenblut af te dalen.
Daar vervolg ik mijn rit naar de Kölnbreinspeicher, het stuwmeer achter de hoogste dam van Oostenrijk. De tolweg (€ 9/motor) die naar dit meer leidt, is heerlijk bochtig, voert je door een paar (onverlichte) tunnels waarvan een enkele met een haarspeldbocht en brengt je uiteindelijk bij de enorme stuwdam. Het is beslist de moeite waard om hier even af te stappen en naar het uitkijkplatform dat in het midden van de stuwdam is gebouwd te lopen. Je hebt daar een werkelijk fenomenaal uitzicht over het Maltatal.
De terugweg verkort ik door bij Mallnitz de trein naar Bad Gastein te nemen. De weg uit het dal voert me langs de vergane glorie van het oude kuuroort Bad Hofgastein. Waar vroeger prominenten als Keizerin Elisabeth van Oostenrijk-Hongarij (“Sissi”), Johann Straus II en de Sjah van Perzië (nu Iran) van de heilzame baden genoten, probeert men het enigszins ingeslapen stadje nu weer nieuw leven in te blazen door bijvoorbeeld oude hotels te restaureren en (deels) nieuwe bestemmingen te geven. Het dal is in ieder geval prachtig en een bezoekje waard.